De fruithof van Dekema State
Verschenen in: Vrijetijdsblad Moestuin (april 2009)
Het bezoeken van tuinen is een goede manier om je eigen prestaties te toetsen en om inspiratie op te doen. Voor fruitliefhebbers zijn adressen met een grote, goed verzorgde en gevarieerde fruittuin niet al te dik gezaaid, en bovendien zijn deze vaak maar zeer beperkt opengesteld. Bij de fruithof van Dekema State kun je vanaf april terecht, en een bezoek is zéér de moeite waard.
Als fruitredacteur heb ik veel tuinen en boomgaarden bezocht. Ook nogal wat buitenplaatsen, want bij een traditionele buitenplaats hoort immers een rijk voorziene bongerd. Maar dat valt nog al eens tegen; dan blijken de fruitgewassen op de buitenplaats vooral te fungeren als decoratie. In dat opzicht is de hof van Dekema State een verademing: alles in deze fruithof wijst op de betrokkenheid van de verzorgers en op een daadwerkelijke oogstgerichtheid; vooral dat laatste maakt de hof authentiek.

Tuinbaas
Op vroegere buitenplaatsen genoot de tuinbaas vaak grote waardering. Het ging in zo’n tuin niet om de producten alleen: het was ook een kwestie van prestige. En om, als eigenaar, minzaam met je bezoekers langs al dat goed onderhouden lekkers te kunnen wandelen, was je wel afhankelijk van de kwaliteiten van de tuinbaas.
Een goede tuinbaas maakt het verschil, dat zie je ook in de fruithof van Dekema State. De State wordt beheerd door Jacomine en Wim Hoogendam die in de rentmeesterwoning op het terrein wonen. Wim – afkomstig uit de groensector – heeft de rol van tuinbaas op zich genomen en je kunt aan alles merken dat dit werk zijn passie is. Hij heeft zich verdiept in de negentiende eeuwse hovenierskunst en vooral ook in de klassieke snoeimethoden van het leifruit. Zonder iets af te willen doen aan de inbreng van de vrijwilligers die helpen om deze tuin in optimale conditie te houden, is het toch vooral zijn persoonlijke betrokkenheid die de tuin karakter geeft.
Fruitmuur
De fruithof is van de buitenwereld afgescheiden door een lange L-vormige fruitmuur die mooi op de zon ligt. Deze muur, die dateert uit het begin van de vorige eeuw, heeft een spouw (een open ruimte tussen twee halfsteens muren) waardoor het effect van de afkoelende koude wind wordt gereduceerd. Zo’n muur maakt het mogelijk om warmteminnende gewassen te kweken. De stenen rugdekking zorgt niet alleen voor beschutting tegen koude wind, maar absorbeert aan de zonkant ook warmte, die ’s nachts weer afgegeven wordt. Zo ontstaat aan de zonnige kant een microklimaat waarin gewassen zich honderden kilometers zuidelijker wanen. Dergelijke muren worden van oudsher gebruikt voor de teelt van vijgen, boterperen, delicate pruimensoorten, druiven en ander warmteminnend fruit; en dat is ook wat je nu aantreft in deze hof.
Jonge fruitgewassen
Toen de laatste bewoners van Dekema State het huis in 1996 verlieten, waren zowel de gebouwen als de tuinen verregaand in verval geraakt. Behalve een ingrijpende restauratie van het huis is ook het terrein grondig aangepakt en is de fruithof opnieuw ingericht. Met deze heraanleg is in 2000 begonnen; de gewassen zijn – op enkele forse goudrenetten en een oude perenboom na – dus nog tamelijk jong. Ook dat geeft een levensecht beeld van een fruithof op een buitenplaats. Immers veredelde fruitbomen worden toch al niet zo vreselijk oud, en zo’n hof was (en is) er voor de productie. Ook werden hoge eisen aan de kwaliteit gesteld; wanneer fruit tegenviel, of de oogst afnam – door ouderdom of ziekte – werden gewassen gewoonlijk vervangen.
Voor bezoekende tuiniers is zo’n wat jongere vegetatie extra leuk, omdat zo goed te zien is wat in relatief korte tijd bereikt kan worden. Ook voor de milieubewuste tuinder is de fruithof een opsteker; het fruit in de – ecologisch beheerde – hof ziet er prachtig gaaf uit en de gewassen maken een frisse en gezonde indruk.
Soorten en rassen
Bij de raskeuze is voorkeur gegeven aan rassen die hier al een lange geschiedenis hebben, en al het fruit is van een naambordje voorzien. Gelukkig is gekozen voor vrij onopvallende (zelfgemaakte) houten bordjes zodat het beeld niet bedorven wordt door een veelheid van kunststof naamplaten zoals je nogal eens in collectietuinen tegenkomt.
Op zo’n naambordje staat niet alleen de streeknaam (b.v. Roode Rammelaar) maar ook de officiële naam (b.v. ‘Calville Rouge d’Automne’) en soms nog een ander synoniem.
Want wie kent het appelras Roode Rammelaar? Dergelijke oude rassen hadden (hebben) in verschillende streken verschillende namen. Zo is de Roode Rammelaar meer algemeen bekend als Rode Herfstcalville; andere streeknamen voor dit ras zijn o.a. Roode Wijnappel, Geldersch Present en Kroot-appel. Behalve oude rassen van vooral appels, peren en pruimen is er een collectie van soorten te vinden zoals dat vroeger op een buitenplaats gebruikelijk was. Aan de muur vooral de warmteminnende soorten. Er zijn verschillende druivenrassen, morellen en kersen, daarnaast vijg, abrikoos, perzik en natuurlijk kleinfruit zoals aardbei, rode- en zwarte bes, kruisbes, braam en framboos.
Hovenierskunst
Zoals gezegd werd van een fruithof op een buitenplaats meer verwacht dan fruit alleen. Zo’n hof diende ook om genoeglijk in rond te wandelen en om bezoekers te imponeren. De fruithof was een lusthof waarin de geneugten van de paradijselijke Tuin van Eden tot uitdrukking werden gebracht. Daarbij kon de tuinbaas zich vooral met het leifruit van z’n beste kant laten zien; dat uitte zich in allerlei zorgvuldig bijgehouden snoeipatronen.
Dergelijke staaltjes van hovenierskunst zijn ook op Dekema State te vinden; soms nog pril, maar vaak al bewonderenswaardig doorontwikkeld. Zo is de grote druivenloofgang (-berceau) al helemaal, strak symmetrisch en ingenieus (volgens het Thomery-systeem) gevuld; kort boven de grond zijn vlakke snoeren pitfruit toegepast. Ook langs de muur zijn de meeste vakken al fraai gevuld en volop productief. Er is een leuke staalkaart van snoeivormen en aandachtige kijkers kunnen allerlei details ontdekken waar ze hun voordeel mee kunnen doen. Zo zijn de kleine littekens die je bij het leifruit onder veel knoppen en zijtakjes ziet, het overblijfsel van een insnijding om deze knoppen de stimuleren; een oude techniek die nog steeds werkt.
Inspiratie opdoen
Hoewel maar weinig bezoekers een tuin van dergelijke afmetingen zullen hebben, en ook een fruitmuur slechts voorbehouden is aan een ‘happy few’, zijn er veel voorbeelden die in eigen tuin toepasbaar zijn. Immers: in veel tuinen is er wel een plekje voor wat fruit, en een warm stukje muur aan de zuidkant van het huis is even functioneel als een fruitmuur wanneer het gaat om lekkere druiven, smeltende boterperen of andere warmteminnende soorten. En met leifruit langs een schutting of als tuinafscheiding maak je een uiterst decoratieve pluktuin.
Tekst en beeld: Arie van Herpen