Tijdens de restauratie van de eetkamervloer werden onder de vloer enkele stucwerkornamenten gevonden die de vloer moesten stutten.
Van de ornamenten zelf was niet veel meer te zien. Nadat de beeldhouwer Jacob van der Horst de ornamenten had ontdaan van vele lagen kalk bleek pas hoe gaaf en zeldzaam de ornamenten waren!
Vroeger versierden deze ornamenten een schouw in de ontvangstzaal van Dekema State. Ze staan nu te pronken op de zolderverdieping van de State.
De heer Ben Olde Meierink, kunsthistoricus, gespecialiseerd in de bouwkunst van de 17de eeuw en in tuinhistorie, heeft in opdracht van de Stichting Dekema State onderzoek gedaan naar de oude beelden. Hij dateert de fragmenten op grond van de versiering van kort na 1590, voor gipswerk bijzonder vroeg. De beelden zijn van stucwerk, gips gevuld met kleine Friese baksteen en stukken kloostermop.
Gipsgietwerk kwam al in de renaissance voor. Met behulp van mallen kon men met gips afgietsels maken van de beroemde klassieke beelden. Voor veel rijke Italianen was dit een geliefd tijdverdrijf. Gipsgieters trokken vanuit Italië door Europa waardoor men ook in Friesland kennis maakte met de techniek.
De fragmenten zijn afkomstig van een oude schouwpartij. Ze vormden twee dragende kariatiden, Athena en Hermes. Ze zijn voor Dekema State gemaakt.
Het zijn zeer waarschijnlijk George (Jurjen) Ripperda en zijn echtgenote, Anna Catharina van Dekema geweest die opdracht hebben gegeven voor het maken van deze beelden ter verfraaiing van de schouw in de zaal. George bekleedde belangrijke functies aan het Friese Hof van stadhouder Ernst Casimir van Nassau.
Het is niet ondenkbaar dat de beelden beschilderd waren. De randen van de sculpturen moeten zwart geschilderd zijn, zo is uit onderzoek gebleken. Dit zou erop kunnen duiden dat de beschildering van de beelden en het andere stucwerk hebben aangesloten op het behang: goudleer met een patroon van voornamelijk goud en zwart.